Parijs profileert zich als nieuwe designhoofdstad

Onder het overkoepelende thema ‘Regeneratie’ bundelen de straten van de hoofdstad en het Parc des Expositions in Villepinte hun krachten om een prominente plaats te geven aan experimentele creaties, de geest van het laboratorium, innovaties en jong talent. De nadruk ligt daarbij op ideeën die een positieve impact hebben op de samenleving, het milieu en de economie.Van 4 tot 13 september openden de grote merken hun showrooms voor bezoekers en namen ontwerpers hun intrek in galeries om hun nieuwste creaties te presenteren. Een selectie uit de vele hoogtepunten…

Op ontdekkingstocht naar nieuwe materialen

In verschillende wijken van Parijs – van het 4e tot het 13e arrondissement, van de Galerie des Gobelins tot aan Aubervilliers – nam de Paris Design Week Factory erfgoedlocaties, iconische galeries en nieuwe plekken in beslag, zoals de ruimte aan de Rue de Turenne 84, waar twaalf uitgeverijen en gerenommeerde ontwerpers samenkwamen.

In de galerie van de Manufacture des Gobelins trok het experimentele materiaalonderzoek van Wilfried Becret bijzondere aandacht. Hij werkt met niet-gerecycled glasafval van minder dan 3 mm dik. Door dit afval, in verschillende korrelgroottes, bij 800 °C warm te gieten, creëert hij een innovatief materiaal: een soort uiterst fijne terrazzo met subtiele kleurverlopen. Becret verwerkte dit tot tegels en ontwierp een eerste prototype van een wandlamp.
In de wijk rond de Opéra werd met de opening van het Reishi™ House een ander innovatief materiaal geïntroduceerd: een door de natuur gevormd bioproduct op basis van mycelium, ontwikkeld met de gepatenteerde Fine Mycelium™-technologie van het bedrijf MycoWorks. De creaties van vijf Deense studio’s – waaronder verlichtingsarmaturen en een kamerscherm – benutten dit biomateriaal, dat bijzonder sensueel aanvoelt, bijna als leer.

Bijzondere ruimtes

Design kwam tot uiting in kunstzinnige installaties die in historische omgevingen nog meer tot hun recht kwamen. In de Chapelle Saint-Louis des Gobelins werden de nieuwe heruitgaven van Source Edition gepresenteerd, waaronder de stoel Dialogue (ontworpen door André Monpoix in 1967 in samenwerking met Mobilier National). Met deze stoel kan een modulaire salon worden gecreëerd; een model dat destijds ook in het kantoor van Simone Weil stond.

In een ander gebouw was de collectie S3T4 van Joseph André Motte te zien, opnieuw uitgegeven door Duvivier Canapés. De galerie Ymer&Malta, die binnenkort in Knokke zal exposeren in het kader van het agentschap Les Confidents, richtte de binnenplaats van het Hôtel de Sully in met hoogwaardige stukken in moeraseiken marqueterie en harsen van minerale of plantaardige oorsprong, zoals vlas.

Op de binnenplaats van het Victor Hugo-huismuseum bracht de rustgevende scenografie van Sandra Benhamou een ontspanningsruimte tot leven, met een leeshoek en materialen ontworpen door Pierre Bonnefille. Benhamou richtte ook de begane grond van het hotel Royal Monceau in.

In het weelderige kader van het Palais Abbatial verzamelde de presentatie Bel Ouvrage, georkestreerd door Carole de Bona, 140 stukken. Tot de blikvangers behoorden het rockmozaïek van Béatrice Sert, meubels waarin Tim Leclabart de art deco herinterpreteert, papierinlegwerk van Pierre-Henri Beyssac en Victoire Camus, en het gouden kantwerk van Marie De Decker.

Het door Le Corbusier in de jaren 1920 ontworpen huis-atelier Ozenfant, gebouwd voor zijn vriend, de gelijknamige schilder, bood onderdak aan recente heruitgaven van een boekenkast en bibliotheek van Marcel Gascoin, evenals de fauteuil Premier Prix van René Gabriel, ontworpen in de wederopbouwperiode voor de woningen van Auguste Perret in Le Havre. Deze stukken worden vandaag opnieuw geproduceerd door Hyacinthe, een jonge Franse uitgeverij.

Naar de Place des Victoires

Onder de textielontwerpers presenteerde het huis Lelièvre een nieuwe samenwerking met het merk Talka: twee modellen tafellampen waarin stof en messing harmonieus worden gecombineerd. Daarnaast werd een samenwerking met Cos onthuld, resulterend in de uitgave van twee tapijten.

De nieuwe collectie Contrée Sauvage, die voldoet aan de normen voor hotels, kantoren en openbare instellingen, onderscheidt zich door verfijnde texturen met een geraffineerde afwerking: gestreept satijn, chenille en chevron met gouddraad.

De Casamance-groep bracht twee nieuwe textielcollecties: Issé Prestige, met soepel vallende stoffen die een majestueuze uitstraling hebben en bestaan uit 21 kwaliteiten, en Issé La Collection, gekenmerkt door speelse lijnen, subtiele texturen, handgeborduurde details en ambachtelijke prints. Deze laatste telt 19 modellen, elk met een eigen verhaal.

Uitgeverij Toulemonde Bochart presenteerde meerdere tapijten met mediterrane inspiratie, herkenbaar aan hun reliëfpatronen en ontworpen door ontwerpster en interieurarchitecte Dorothée Delaye.

Voor een waar hoogtepunt zorgde architectenbureau RDAI met de heruitgave van stukken ontworpen door Rena Dumas in de jaren 1990. De Robinson-collectie, aangepast aan hedendaagse normen, combineert gestoomd kastanjehout – bewerkt door het atelier Chatersèn in de Cevennen – met zink, verwarmde lavasteen en leer.

In de wijk Le Marais

De Paris Design Week Factory bespeelde vijf locaties, met als hoofdtentoonstelling die in de Rue Commines, samengesteld door het collectief Meet Met Met en de in Brussel gevestigde ontwerper Thibault Huguet. In de geest van futuristisch design, prototypes en avant-gardistische objecten die het design van morgen vormgeven, viel onder meer het biodesignwerk van Loumi Le Floc’h op. Zij creëert gordijnen, vitrages en scheidingswanden van aubergineschillen, met een magische transparantie die doet denken aan glas-in-lood. Haar Precious Peels hebben de fijnheid van papier en de soepelheid van textiel.

Onder de uitgenodigde landen trokken vooral China, Guatemala en Portugal de aandacht, met creaties die traditionele ambachten zoals houtbewerking en keramiek op innovatieve wijze heruitvinden.

Een bijzonder sterke aanwezigheid was weggelegd voor vrouwelijke ontwerpers en kunstenaars: het kunstenaarscollectief Oh my laine!, de tentoonstelling Lux Naturale in de galerie van Pauline Carreta, en het gevoelige werk van Margaux Keller. In een zonnige, mediterraanse sfeer bracht Keller een hommage aan Marseille, waarbij ze een grote ruimte vulde met haar volledige Sainte-Victoire-collectie. Daarin presenteerde ze een nieuwe tafelgerei, uitbreidingen van bestaande lijnen en verfijnde variaties op eerdere creaties.

In de schaduw van Saint-Germain des Prés

In deze wijk opende Serge Lesage zijn nieuwe showroom, waar hij zijn tapijten presenteerde en zijn samenwerking onthulde met Sarah Gracia – de nieuwe artistiek directeur van het merk en ontwerpster van uitzonderlijke designstukken bij Atelier Munaé.

In de Rue de l’Université lanceerde de jonge uitgeverij Adret, opgericht door twee interieurarchitecten, haar eerste collectie. De stukken onderscheiden zich door een unieke signatuur die verbanden legt met de decoratieve kunsten en stijlen uit de jaren ’30/’40 en ’80, met invloeden van Donald Judd, en balanceren tussen vintage en hedendaags. Tot de collectie behoren een salontafel van steen uit Saint-Maximin (Oise), een bijzettafeltje van massief eiken- of beukenhout, een verlichtingsarmatuur in samenwerking met keramiste Alice Trescarte, een bank en fauteuil geïnspireerd op het model Ours van Jean Royère, een spiegel van geëmailleerde lavasteen als eerbetoon aan Georges Jouve, en de heruitgave van een altuglas-fauteuil van de Zwitserse kunstenares Esther Hess.

In zijn showroom nabij de Seine combineerde Alain Ellouz albast met hout dat gepatineerd werd met Chinese inkt, in spectaculaire creaties zoals een bank met geïntegreerd verlichtingssysteem en opbergruimte. De structuur werd vervaardigd door Duvivier Canapés, dat in de Rue Mazarine de voortzetting van de Barbara-collectie presenteerde, ontwikkeld in samenwerking met Jean-Philippe Nuel. Albast werd bovendien gecombineerd met wol in een tapijt en wandwerk, ontworpen door Alain Ellouz en Danneels + Zafiro.

In deze bruisende wijk mocht de retrospectieve tentoonstelling van galerie Yves Gastou, ter gelegenheid van haar 40-jarig bestaan, niet ontbreken. Daar werden iconische stukken uit de jaren ’80 getoond. Aan de overkant brachten de creaties van Thierry Lemaire een hommage aan de modernistische architectuur van Luis Barragán, met sculpturale, brutalistische lijnen en krachtige materialen zoals travertijn, titanium en onyx.

De nieuwe stukken van Franck Genser, tentoongesteld in zijn showroom-appartement, sloten aan bij de trend van organische vormen. Het meer democratische merk Fermob presenteerde zijn eerste buitenkeuken, een nieuwe trendkleur (beige latte) en, in avant-première, de heruitgave van de Swiing-lamp, herzien door Sarah Lavoine met een voet in haar kenmerkende blauw en een amberkleurige diffuser.

Een beurs die zichzelf opnieuw uitvindt

De beurs Maison&Objet vond dit jaar een nieuwe diversiteit met een gestroomlijnde indeling in vier hallen en zes sectoren. De wedstrijd France Impact Award van de APCI, voorgezeten door ontwerper Mathieu Lehanneur, bekroonde dertien winnaars voor hun innovatieve ideeën. De Rising Talent Award richtte de spotlights op jong talent uit Duitsland.

Vlak bij het Design District en Factory by Paris Design Week – een ruimte met een vijftigtal exposanten, ontworpen door het Franse collectief Hall Haus – konden bezoekers kennismaken met de milieuvriendelijke creaties van Duplex, een Brussels bedrijf dat werkt met hergebruikte materialen. Hun nieuwe meubelcollectie combineert ronde en vierkante metalen buizen met berkenmultiplex, gekleurd in vijf tinten en uitgevoerd in een opvallende dikte van 4 cm, wat de stukken een onderscheidend karakter geeft.

In het kader van Future on Stage presenteerde Hilo zijn universele en slimme opbergsysteem, opgebouwd rond telescopische stangen en modulaire planken die volledig kunnen worden aangepast aan de behoeften van de gebruiker.

Ook culinair design kreeg aandacht met de studio Yüssée, die een doos ontwikkelde met vier eetbare bloemen op basis van gefermenteerde ingrediënten. Deze creatie prikkelt alle vijf zintuigen en introduceert een nieuw proefconcept, bekroond met de Eerste Prijs voor Innovatie van Parijs 2025.

Opvallend was ook het nieuwe concept van Schmidt: een stedelijke keuken ontworpen voor kleine ruimtes. De collectie Spoon & Room bestaat uit een robuuste metalen structuur waarop panelen worden bevestigd om verschillende modules samen te stellen, waaronder een compact kookeiland dat eenvoudig kan worden omgevormd tot bureau.

Wat kleurentrends betreft, voeren pasteltinten de boventoon, met een bijzondere nadruk op lichtblauw en ceruleumblauw. Daarnaast worden kakigroen, geel en roze gecombineerd, terwijl zachte neutrale tinten als wit, crème, beige en krijt zorgen voor een frisse, lichte toets.

https://www.maison-objet.com/paris