De laatste ontwikkelingen wat betreft de aangifte van tweede verblijf in het buitenland

Wanneer een Belgische inwoner eigenaar is van een eigendom in het buitenland, moet hij dit, net als een Belgisch eigendom, in zijn belastingaangifte opnemen. Als het onroerend goed is gelegen in een land dat door een belastingverdrag met België is verbonden (zoals Frankrijk, Spanje, Portugal of Italië), zijn de vastgoedinkomsten die uit dit onroerend goed voortvloeien in België vrijgesteld, maar het komt voor bij het bepalen van het tarief dat van toepassing is op de overige inkomsten van de belastingplichtige. Deze "progressiviteitsreserve" kan ertoe leiden dat andere inkomsten in hogere belastingschijven worden belast.

Cet article est en collaboration avec
Pareto
2 minuten
© Society of lifestyle
VILLAS Decoration Second home

Pareto

Dit moet men in de toekomst aangeven in de belastingsaangifte

Vanaf aanslagjaar 2022 (aangifte inkomsten 2021) wordt onroerend goed in het buitenland belast op basis van het kadastraal inkomen (RC), zoals het geval is voor eigendommen gelegen in België, en niet langer op basis van de brutohuurwaarde. België brengt zich daarmee in overeenstemming met een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Het gaat dus om het bepalen van een kadastraal inkomen voor in het buitenland gelegen onroerende goederen. Het kadastraal inkomen van een onroerend goed gelegen in België is gebaseerd op de huurwaarde in 1975.

Wetende dat deze informatie in de meeste gevallen niet beschikbaar is voor een onroerend goed gelegen in het buitenland, werd besloten om het kadastraal inkomen van het onroerend goed te bepalen op basis van de marktwaarde en twee correctiefactoren:

  • De eerste factor wordt gebruikt om de waarde van dit onroerend goed in 1975 te verkrijgen. Het is dan noodzakelijk om de door de belastingbetaler opgegeven waarde te delen door een factor die varieert van één voor het jaar 1975 tot 15.018 voor het jaar 2021.
  • De tweede heeft tot doel de huurwaarde van het onroerend goed in 1975 te bepalen. Hiervoor vermenigvuldigt u de eerder verkregen waarde met 5,3%.

Heeft u bijvoorbeeld een woning in het buitenland waarvan de geschatte waarde in 2020 400.000 euro is, dan krijgt deze een kadastraal inkomen van 1.409 euro (dus 400.000 gedeeld door 15.036 x 5,3%).

VILLAS Decoration Second home

Society of lifestyle

Hoe wordt dit kadastraal inkomen bepaald?

De Belastingdienst heeft contact opgenomen met belastingplichtigen die in 2020 en/of 2021 inkomsten uit onroerend goed in het buitenland hebben aangegeven om de gegevens te verstrekken die nodig zijn om het betreffende kadastraal inkomen vast te stellen. Deze belastingplichtigen hebben in juni 2021 een formulier ontvangen dat vóór 31 december 2021 moet worden ingevuld. Voor gebouwd onroerend goed moeten zij met name de volgende informatie verstrekken: een korte beschrijving van het onroerend goed, de ligging (land, adres), de marktwaarde of , indien niet bekend, de prijs en het jaar van aankoop, evenals de kosten en datum van voltooiing van eventuele renovatiewerkzaamheden.

Aan de hand van deze gegevens en met toepassing van bovenstaande formule zal de belastingadministratie elke belastingplichtige op de hoogte brengen van het nieuw vastgestelde kadastraal inkomen. Het kadastraal inkomen wordt in principe uiterlijk 1 maart 2022 medegedeeld. Dit nieuwe kadastraal inkomen moet dan worden aangegeven in de in 2022 in te vullen belastingaangifte, het gaat om inkomsten 2021.

VILLAS Decoration Second home

Society of lifestyle

Vermelding van de meerwaarde van de aangifte bij verkoop van een gebouw gelegen in het buitenland

Als een particulier zijn tweede woning in het buitenland verkoopt, is het zeer waarschijnlijk dat hij bij deze gelegenheid een meerwaarde zal genereren. Om te weten hoe het belastbaar is, is het belangrijk om na te gaan of België een dubbelbelastingverdrag heeft ondertekend met het land waar het onroerend goed zich bevindt. België heeft een dergelijk akkoord met een zeer groot aantal landen ondertekend.

Deze verdragen geven stelselmatig het recht om de meerwaarde te belasten in het land waar het onroerend goed zich bevindt. In het geval dat een Belgische ingezetene zijn tweede verblijf in het buitenland verkoopt, zal hij er dus niet op belast worden in België. Ook bij de bepaling van het belastingtarief op de overige inkomsten van de belastingplichtige wordt deze meerwaarde niet meegerekend. De belastingplichtige hoeft het dus niet in België aan te geven in zijn aangifte in de personenbelasting.

Hij moet zich echter informeren over de belasting die van toepassing is in het land waar het onroerend goed zich bevindt, omdat dit laatste bevoegd is om de vermogenswinst te belasten en elk land zijn eigen belastingstelsel heeft.